Areaaluitbreiding Noordwest Europa geschat op 3,6%

De NEPG verwacht voor het seizoen 2017 – 2018 een uitbreiding van het aardappelareaal met 3,6% in vergelijking met het lopende seizoen. Vooral door een tekort aan gecertificeerd pootgoed, Groot Brittannië uitgezonderd, valt de uitbreiding lager uit dan men in eerste instantie verwachtte. De verwachting is dat het totale areaal, zonder poot- en zetmeelaardappelen uit zal komen op 572.485 hectare.

Areaal aardappelen in NEPG breidt uit

Alle landen gaan meer uitplanten met België als uitschieter naar boven. In vergelijking met het vijfjarig gemiddelde is de groei in de NEPG landen 7,2%. Uitgaande van de gemiddelde vijfjarige opbrengst zou men in de vijf landen uitkomen op een oogst van 27.396.000 ton. Dit is 5,4% meer.

De NEPG wijst er nogmaals op dat de totale opbrengst minder afhankelijk is van het aantal hectares, maar vooral tot stand komt door het groeiseizoen, waarbij het weer een belangrijke rol meespeelt. Gemiddeld 5 ton per ha méér opbrengst telt harder aan dan 3,6% areaal uitbreiding.

Veel pootgoed wordt gesneden, hetgeen de nodige voorzichtigheid vergt. Tevens worden er weer alternatieve oude fritesrassen uitgezet en meer Bintje welke in potentie een lagere verwerkbare opbrengst hebben.

Planten ligt op schema

De vroege fritesrassen zijn allemaal geplant. Verder is ook het planten van de hoofdoogst in alle landen in volle gang en ligt op schema. Vanuit de verschillende landen wordt gemeld, dat de structuur van het land in het algemeen goed is. Hoewel een buitje regen zeer welkom zou zijn, omdat het overal toch vrij droog is.

Voorraad laag

De NEPG meldt tevens dat de voorraden voor de rest van dit seizoen laag zijn met een beduidend lager percentage echt “vrije” aardappelen. Diverse NEPG landen zullen binnenkort hun laatste voorraadcijfers publiceren. Het seizoen duurt nog een maand of drie voordat de eerste vroege aardappelen beschikbaar zijn.

De verwerking is tot heden ongekend hoog. De NEPG wijst op de enorme uitbreiding van de productie van de westeuropese verwerkers, hoofdzakelijk veroorzaakt door de hoge vraag van buiten Europa. Laatst publiceerde Belgapom dat de verwerkende industrie in België € 310 miljoen heeft geïnvesteerd in 2016 waren, hetgeen meer is dan de investeringen in 2014 en 2015 opgeteld. Vorig seizoen verwerkten de Belgen 4,4 miljoen ton aardappelen. Dit was 11% meer dan het jaar ervoor. Ook in andere NEPG landen is een toenemende vraag waar te nemen. Dit is voor veel telers reden geweest hierop te anticiperen met een uitbreiding van het areaal, ondanks een schaarste in het pootgoed.

In Nederland gaat de jaarlijkse verwerking richting 4 miljoen ton aardappelen. Uitgaande dat de oude oogst vroeg ten einde is, (hetgeen zeer aannemelijk is met de lage voorraden) zal men vroeg aan de nieuwe oogst willen beginnen. Er is een gezegde: “ Vroeg poten wil niet altijd zeggen vroeg rooien.”  Dit kan tot gevolg hebben dat als men toch vroeg aan de nieuwe oogst zou moeten beginnen, dat men de eerste maand veel hectares moet rooien om aan het benodigde kwantum te komen. Tevens houdt vroeg beginnen in dat het nieuwe verwerkingsseizoen een maand langer is. Deze twee gegevens in combinatie met de forse internationale uitbreiding zet een totale opbrengstverwachting voor seizoen 2017/2018 in een ander perspectief.